Mijn hart zegt 100% ja tegen Europa. Alle landen die aantonen dat ze achter de Europese gedachte staan, zijn direct welkom voor mij, ook Turkije.
Inmiddels moet ik echter voor mezelf concluderen dat mijn enthousiasme niet meer geldt voor de euro. De naam was al fout, de randvoorwaarden waren altijd al bagger, maar toch bleef ik voorstander van de euro. Niet alleen omdat dit economisch goed is voor Nederland, maar vooral omdat het de Europese eenwording dichterbij bracht. Dacht ik.
Bij het niet handhaven van de begrotingsdiscipline een paar jaar gelden schudde ik met m’n hoofd, vooral toen zelfs Frankrijk en Duitsland de regels vrolijk aan hun laars lapten. Achteraf had Balkenende toen met z’n schoen op tafel moeten slaan; nu kappen met die onzin, of wij stappen eruit. Zo zijn we niet getrouwd.
Dat is niet gebeurd, het bleef bij negatieve commentaren in kranten.
Inmiddels zijn de maatregelen die in 1992 genomen hadden moeten worden, eindelijk echt genomen (zeggen ze). Echter, … volgens mij is het ‘too little, too late’. Ik geloof er niet meer in. Splitsing van de euro mag oneindig veel uitvoeringsproblemen geven, maar doorgaan met de euro geeft op den duur echt meer ellende. In woorden belijden alle landen dan wel hetzelfde, maar als puntje bij paaltje komt, dan interpreteren ze in sommige landen (ik noem geen namen) de Europese gedachte toch net iets anders dan dat wij dat doen.
Laten we een financiële unie met die landen nog eens proberen wanneer ze dit aantoonbaar veranderd hebben. Tot die tijd kunnen we het beter beperken tot verdere politieke en economische eenwording.
Met de beslommeringen rond de euro zet men de handelsunie op het spel. De euro biedt ons geen voordeel maar een nadeel. De handelsunie is het enige goede van europa en dat moeten we zien te behouden. Hoe langer de euro bestaat hoe minder er van de handelsunie overblijft en hoe duurder de ellende van de euro wordt, die op termijn toch uit elkaar valt. We moeten dus snel uit die euro stappen, dat is al na enkele jaren voor IEDEREEN het beste.