Vandaag deel 2 in mijn serie blog-artikelen nav 5 jaar economische crises. Na de inleiding van vorige week vandaag beantwoording voor mezelf een mijn eerste vraag; Waarom is er geen inflatie gekomen?
Wat niet is kan nog komen is me altijd geleerd, maar het uitblijven van een inflatiegolf in de afgelopen 5 jaar geeft mij de indruk dat de (monetaire) autoriteiten echte inflatie onwenselijk vinden en bereid zijn tientallen miljarden uit te geven om dit te voorkomen. Dit blijkt niet alleen uit het handelen van de autoriteiten in de afgelopen 5 jaar, maar dit blijkt natuurlijk ook al uit de afspraken van Maastricht; inflatie van meer dan 3 procent wordt in Europa niet getolereerd.
Voor mij een onbegrijpelijk uitgangspunt, er waren wel belangrijker zaken waar ze destijds afspraken over hadden moeten maken, maar dat weten we al langer. Inflatie tast de betrouwbaarheid van een munt natuurlijk aan, maar hoeveel is je dat precies waard? Inflatie is namelijk ook gewoon een heel nuttig instrument om wijzigingen in de prijsverhouding tussen goederen, grondstoffen en arbeid door te berekenen.
Voor een artikel over het belang van inflatiebestrijding houd ik me aanbevolen.
Desondanks dacht ik in 2008 dat een inflatiegolf onvermijdelijk was, met als oorzaak een structurele verhoging van de grondstofprijzen en met als gevolg een daling van het gemiddeld besteedbaar inkomen. Dat laatste was natuurlijk hetgeen onafwendbaar was, en wat er nu ook optreedt.
Achteraf is het logisch dat er een ander mechanisme dan inflatie voor de daling van het besteedbaar inkomen zorgt. Ik noemde ‘Maastricht’ al, maar wat belangrijker is, is dat een fenomeen als Peak-Oil nooit echt kan plaatsvinden. Dit omdat op het moment dat de vraag naar olie de maximale productie nadert, de olieprijs al dusdanig is gestegen, dat er krachten in beweging kwamen en een economische crises onafwendbaar werd.
De gevestigde belangen van bedrijven en regeringen zijn namelijk gewoon zo groot dat zodra de grondstofprijzen van invloed werden op de welvaartsverhoudingen, en er andere krachten een rol gingen spelen.
Het feit dat tussen 1998 en 2008 de producentenprijs van aardolie in 10 jaar tijd verzesvoudigde (*) en grondstofprijzen over de hele linie een sterk stijgende tendens vertoonden gaf al zoveel onrust dat er wel aan een economische noodrem getrokken moest worden.
De noodrem bleek het faillissement van Lehman Brothers. De geschiedenis zal leren wat er nu precies gebeurd is in 2008. De film ‘The Inside Job’ zal er vermoedelijk niet ver naast zitten, maar het zal lang duren voordat een en ander precies vastgesteld kan worden.
Daarmee werd de bankencrises het ultieme failliet van het oude systeem. Sindsdien hebben we gelijktijdig te maken met een vertrouwenscrises, een economische crises, een klimaatcrises, een energiecrises, een financiële crises, een bankencrises, etc, …. en ze hangen allemaal met elkaar samen. Hierover meer bij het beantwoorden van vraag 3.
Terug naar de inflatie. Ik dacht dus oorspronkelijk dat deze voort zou komen uit Peak-Oil. Dat is niet gebeurd. De grondstofprijsstijging zal denk ik een stabiele, steeds aanwezige motor van de inflatie blijven, maar niet in die heftigheid als in de Peak-Oil-theorie voorspeld. Ondertussen daalt het gemiddelde reële inkomen in de Westerse landen omdat bijvoorbeeld de pensioenpremies stijgen en mensen na ontslag genoegen moeten nemen met een lager inkomen (**). Een tendens die nog niet ten einde is, maar daarover meer in mijn volgende stukken.
Ad (*) Tussen 1998 en 2008 steeg het prijsindexcijfer van aardolie van 14,5 naar 102,7 (CBS, 2010=100)
Ad (**) Het is interessant een lijst op te stellen van manieren waarop bij mensen het reële besteedbare inkomen precies daalt