Ondertitel: een wereld vol Little Brothers and Sisters.
Al schrijvende realiseerde ik me dat deze vraag te algemeen is; ook multi-interpretabel, zelfs verwarrend want wat is een verduurzaamde economie?
Het antwoord waar ik in eerste instantie opschreef was:
Ja, we zijn onderweg naar een duurzame economie, heel langzaam, stapje voor stapje. Mij gaat het niet snel genoeg, en het gaat ook niet zo snel als goed voor ons zou zijn, maar er zit beweging in.
Het probleem zijn de krachten die het oude willen bewaren. Die krachten zijn sterk, en staan snelle vernieuwing in de weg. Nieuwe dingen zijn altijd wel interessant, maar het oude loslaten? Nee, dat veroorzaakt onzekerheid en daar kunnen we niet tegen. Terwijl we juist heel veel vernieuwing nodig hebben om tot een duurzame economie te komen. ……………….
Al schrijvende liep ik vast. Het probleem is te breed, te veelomvattend. Wat is precies vernieuwing? Wat is er dan mis dat er vernieuwd moet worden? Wat is een verduurzaamde samenleving? Wat veroorzaakt die onzekerheid? Teveel begrippen die tot verwarring en misverstanden kunnen leiden.
Verder is het probleem niet dat de mensen het oude willen bewaren. Nee, dat wil ik zelf vaak ook, dat is vertrouwd, en die wens is logisch, legitiem. Toch is vernieuwing van tal van maatschappelijke patronen, regels en wetten nodig. Waarom?
– vooral om mensen weer de ruimte te geven zelf verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leven, voor hun eigen omgeving en voor hun eigen gedrag,
en verder
– om solidariteit in stand te kunnen houden (bijv. pensioenstelsel),
– om als maatschappij flexibeler te kunnen reageren op nieuwe ontwikkelingen (bijv. arbeidsmarkt),
– om de boel betaalbaar te houden (woningmarkt),
– om weerstand te kunnen bieden aan free-ridergedrag (ecologie)
– maar ook omdat de wereld simpelweg verandert door de ontwikkeling van computers en internet,
– en oh ja, ook om concurrerend te blijven ten opzichte van het buitenland
Het is dus gewenst te vernieuwen; te veranderen. Waarin?
In ieder geval niet in de Big Brother maatschappij waar we nu heen onderweg lijken te zijn. Daar zullen we met z’n allen nee tegen moeten zeggen. Hierover zal ik nog een aparte blog schrijven.
Waarin wel veranderen dan? Het antwoord zit al in de eerste van bovenstaande reeks redenen; we moeten veranderen in een samenleving waarin mensen de ruimte hebben om verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leven, voor hun eigen omgeving en voor hun eigen gedrag. Onze koning noemde dat op Prinsjesdag een participatiesamenleving, een dekkende term, maar waarin verschilt dit van de huidige samenleving?
Het verschil zit niet in de economie; of de afschaffing van de overheid, of het teruggaan naar de gulden. Het verschil zit ook niet in bepaalde nieuwe wetten of het afschaffen van wetten (hoewel dat soms wel een bijdrage zal leveren), ook niet in het eten, of de wijze waarop je dat bereid. Nee, het verschil zit in het handelen van mensen. Durven we een grote broer (of zus) te zijn voor anderen en de hand uit te steken naar onze medemens? Durven we zelfs een ander om hulp te vragen? Durven we een ander onze hulp aan te bieden, maar vooral, gaan we binnen onze buurt de samenwerking zoeken met elkaar en maken we samen van onze buurt een gave plek om te leven, waar mensen elkaar ontmoeten en helpen.
Uiteindelijk ontstaan er dan buurten vol netwerkers. Mensen met een netwerk over de gehele wereld, maar die ook een netwerk hebben in de eigen buurt. Mensen die dankzij deze netwerken weten wat er speelt, en hoe je doeltreffend samen een oplossing vindt. Netwerken die samen de zorg over de eigen leefomgeving opgepakt hebben. Mensen die opkomen voor hun eigen belang, maar ook samen opkomen voor de zwakken in de straat, en samen opkomen voor de leefbaarheid in de buurt en in de stad. Samen soeverein in de eigen kring.
Een oude term, soeverein in eigen kring, maar wellicht actueler dan ooit. Iedereen maakt deel uit van meerdere kringen. Het eigen huishouden is zo’n kring. Daar bepalen de leden van het huishouden wat de regels zijn (voorzover niet strijdig met de wet). Daar blijft de overheid dus ook buiten. Die soevereiniteit brengt overigens ook plichten met zich mee; goed zorgen voor dat huishouden.
En zo zijn er meer kringen. De voetbalclub, de straat, de wijkvereniging, de school, de netwerkgroep, etc. Allemaal kringen waar de leden samen soeverein zijn. Zij bepalen samen de regels binnen de groep en de overheid houdt afstand. Opnieuw heeft ieder van die kringen ook verantwoordelijkheden; samen omzien naar de mensen binnen de eigen kring en alles daar direct omheen.
Zo ontstaat burgerkracht. Zo ontstaan netwerken van samenwerkende, naar elkaar omziende mensen, die samen zorgen voor een leefomgeving waarin het goed leven is.
Zelf noemde ik dit altijd goed rentmeesterschap, je zorgt voor jezelf en je zorgt voor je eigen omgeving. Jij bent verantwoordelijk voor jezelf, en voor je eigen omgeving. En met je omgeving zorg je voor de buurt, voor de sportclub, voor je naasten en samen zorgen we voor de wereld. Misschien is een betere term ‘Little Brother’, om het verschil met de ‘Big Brother’ samenleving aan te geven. Jij bent de kleine broer die het niet alleen kan, maar die wel kan helpen.
In zo’n wereld wil ik leven, daar wil ik voor vechten. Dat is een duurzame wereld, waar mensen verantwoordelijk zijn voor zichzelf en voor de omgeving. Mensen die zich verantwoordelijk voelen voor de toekomst van hun eigen buurt; een wereld vol Little Brothers and Sisters.