De afgelopen jaren is mij veelvuldig gevraagd hoe ik lid kom blijven van het CDA. Deze partij had volgens de vraagstellers immers een zeer matige track-record op het gebied van het nemen van concrete duurzaamheidsmaatregelen.
Ik moest daarbij altijd toegeven dat het er nou niet afspatte en dat ik ook van mening was dat het wel wat duurzamer en daadkrachtiger mocht. Toch bleef ik lid. De reden: de uitgangspunten van het CDA, dat zijn mijn uitgangspunten. Dat dit in de dagelijkse politiek onvoldoende en misschien soms zelfs tegengesteld naar voren kwam heb ik altijd voor lief genomen. Zelfs na het beroemde Arnhem-congres waar de partij met open ogen de verkeerde weg insloeg. Echter, met deze uitgangspunten moest het goed komen met de partij, en bovendien; ik had ook niet het vertrouwen dat het steunen van de koers van een andere partij nou meteen een verbetering op zou leveren.
Ondertussen merkte ik binnen het CDA hoezeer er geworsteld werd met het het thema. Hoe leggen we de samenleving uit wat Rentmeesterschap is, en dat dit eigenlijk zelfs verder gaat dan ‘duurzaamheid’? En misschien nog lastiger, hoe vertalen we dit naar concrete politieke voorstellen zonder direct op ieders tenen te gaan staan?
Bij deze worsteling heb ik mij vaak afgevraagd hoe je als partij telkens het belang van de economie, werkgelegenheid en geld voorrang kon geven terwijl het in mijn ogen evident was dat het roer drastisch om moest.
Er zijn echter lichtpuntjes en die wil ik delen. Het ledenblad van het CDA is deze maand een themanummer; ‘Voor een land dat we door willen geven’, en daarin zie ik in meerdere artikelen die vertaling van de uitgangspunten terug. Neem de column van partijvoorzitster Ruth Peetoom (Peetoom column over klimaat okt17), neem het artikel over Laudata si (de 2e encycliek van Paus Franciscus), neem het interview met Agnes Mulder (CDA 2e kamerlid), etc.
Dit is de partij waar ik lid van wil zijn.
Niets meer te wensen over? Natuurlijk wel. Lees mijn column uit september over consumptie-verslaving. Met dit kabinetsbeleid doen we nog altijd veel en veel te weinig aan de structurele problemen in onze samenleving. Een omslag in denken in het bedrijfsleven en technologische verduurzaming zullen veel verbeteren in de wereld, maar uiteindelijk kunnen we als mensheid slechts overleven op deze planeet wanneer we onze consumptie-verslaving ook overwinnen. Het gaat om gedrag, gedrag en gedrag. Daar moeten we ons nu op gaan richten en daar hoor ik de politiek nog onvoldoende over.
Wordt vervolgd.