-1- Veel beleidsmakers begrijpen niet dat ‘draagvlak’ iets anders is als ‘participatie’
Veel beleidsmakers hanteren draagvlak en participatie als synoniemen, terwijl dat toch echt niet zo is. Bij evaluaties van beleid wordt geconstateerd dat er te telkens te weinig aandacht is geweest voor de participatie door burgers, terwijl meestal in de nieuwe plannen opnieuw het woord participatie alleen in de uitgangspunten staat, maar niet voorkomt bij de werkelijke plannen. Bij navraag hoe dan invulling gegeven wordt aan de participatie, wordt verwezen naar de pogingen om draagvlak te krijgen voor de projecten.
Voor de helderheid;
Een definitie van participatie = Participatie betekent actieve deelname. Het is afgeleid van de Latijnse woorden pars (deel) en cipere (nemen).
Een definitie van draagvlak = De mate waarin een groep mensen op hoofdlijnen eenzelfde gedachte als aanvaardbaar en redelijk beschouwd.
Wanneer je de bevolking laat participeren in een project, dan krijg je daardoor meestal meer draagvlak voor het project. Deze oorzaak – gevolg reactie kun je niet omdraaien.
Oproep 1: wacht niet langer met het invulling geven aan meer participatie voor en door burgers; participatie organiseren is niet het sluitstuk van de transitie maar zou de aftrap moeten zijn
-2- de overheid blijft vastgeroest zitten in ‘hokjesdenken’
Wanneer je als bewoner een plan hebt en steun zoekt bij de overheid is een van de eerste vragen die gesteld wordt binnen welk beleidsdomein je initiatief valt. Een vorm van hokjesdenken wat funest is voor de bewoners-particpatie.
Bewoners willen over het algemeen een probleem in hun omgeving oplossen, en bewoners zijn flexibel in welke oplossing gekozen wordt. Door de werkwijze van de overheid fixeert de behandeling van het voorstel zich op de voorgestelde oplossing in plaats van dat met de bewoners gezocht wordt naar een oplossing voor het geconstateerde probleem. Op deze manier worden burgerinitiatieven beoordeeld op de wensen en ideeën van het coalitieakkoord, de gemeentebegroting en de ideeën van de betrokken ambtenaren, en niet op basis van de waarneming van het probleem door de inwoners. Stel in de gemeentelijke organisatie de burger echt centraal stelt en maak van de gemeente een organisatie die er is voor en door bewoners.
Naast dit funeste hokjesdenken blijft het ook een raadsel waarom de meeste aanvragen behandeld worden in een bestuurlijk overleg waar je als indiener niet bij uitgenodigd wordt. Dit leidt er vrijwel altijd toe dat binnen de ambtelijke kringen woorden naar eigen inzicht worden geïnterpreteerd en als vastliggende feiten worden behandeld. In plaats daarvan zou een gezamenlijk overleg veel meer recht doen aan de flexibele ideeën van initiatiefnemers.
Oproep 2: overheid, stop met het denken in beleidsdomeinen; burgerinitiatieven beperken zich namelijk zelden tot 1 beleidsdomein. Ga het gesprek aan met als doel het burgerinitiatief te omarmen en stop met beoordelen of het initiatief binnen het staand beleid van 1 specifiek domein past.
-3- de energietransitie in Nederland is slechts een onderdeel van de hele transitie
Het gaat uiteindelijk om gedrag en circulair leven, maar de maatregelen die nu genomen worden beperken zich tot maatregelen die de CO2-uitstoot binnen Nederland terugdringen.
Dit is een bewuste keuze van de overheid vanuit een behoefte aan meetbaarheid en omdat de gasconsumptie teruggedrongen moet worden vanwege schade die de gaswinning in Groningen veroorzaakt. Dit zijn overwegingen die we allemaal zullen begrijpen, maar daarmee geen reden of excuus om het einddoel te beperken. Het doel van de transitie zou een circulaire economie moeten zijn.
Oproep 3: besteed naast het terugdringen van de CO2-uitstoot en het terugdringen van de gasconsumptie veel meer aandacht aan gedragsverandering bij de inwoners en naar het streven naar een circulaire samenleving.
-4- de energietransitie is een overheidsfeestje geworden
Wanneer je naar de bezetting van de voorbereidingsbijeenkomsten voor de Regionale Energie Strategieën (RES) kijkt dan zie je een heleboel ambtenaren en door de overheid ingehuurde adviseurs en een enkele vertegenwoordiger van burgerinitiatieven en al helemaal geen gewone burgers en gemeenteraadsleden.
Het klimaatakkoord en de klimaattafels zijn gesprekskringen tussen de overheid en het bedrijfsleven waar zij samen naar oplossingen proberen te komen die voor de BV Nederland acceptabel zijn.
Wellicht met een enkele uitzondering zijn de startnotities voor de RESsen documenten die opgesteld zijn door ambtenaren en adviseurs en goedgekeurd door een kleine groep verantwoordelijken, terwijl de energietransitie zich bij uitstek leent om heel veel mensen bij te betrekken.
In de teksten van de diverse startnotities wordt wel de noodzaak van het betrekken van inwoners en maatschappelijke partners gememoreerd, maar het hele proces is verticaal ingericht. Wanneer dit najaar de bewoners en raadsleden enigszins betrokken gaan worden dan wordt het voor hen vrijwel onmogelijk om ingeslagen paden te verleggen.
Oproep 4: betrek per direct veel en veel meer burgers en hun vertegenwoordigers bij de energietransitie
-5- de overheid neemt de transitie te vaak niet serieus
Een duidelijk voorbeeld is de subsidie die mensen in Duitsland krijgen voor het aansluiten van hun woning op het gas, terwijl we enkele kilometers verderop in Nederland mensen stimuleren hun gasaansluiting vaarwel te zeggen. De overheid reageert niet wanneer zo’n constatering viral gaat. Dit is funest voor het draagvlak van duurzaamheidsbeleid, en het feit dat de overheid niet reageert wanneer zulke voorbeelden in de media komen is een teken dat de overheid de hele transitie niet zo serieus neemt.
Meer voorbeelden? Het oude CO2-rechten-systeem waarmee de vervuilers beloond worden voor hun vervuilende gedrag, de jarenlange subsidie voor hybride leaseauto’s waar geen incentive in zat om daadwerkelijk elektrisch te gaan rijden en het GVO-systeem (garantie van oorsprong) van de overheid waar grote gaten inzetten waarmee producenten van grijze stroom deze als groene stroom aan consumenten kunnen verkopen.
Oproep 5: reageer als overheid wanneer beleid tegenstrijdige elementen blijkt te bevatten; begin met het uitleggen van het doel van het beleid, erken het wanneer er sprake is van een weeffout en maak dan zo mogelijk duidelijk hoe er tot verbetering gekomen gaat worden.
Heel herkenbaar Aernoud. Ik heb 4 jaar geleden stichting Duurzaam Thuis Twente ontworpen opgezet en de kar mee getrokken (ter onafhankelijke ondersteuning van bewoners bij de verduurzaming van hun huis), maar tot op de dag van vandaag worstelen we met dezelfde denkfouten bij beleidsmakers en ambtenaren. Bewoners, bedrijven en overheden zijn echt verschillende bloedgroepen en de kunst is om deze groepen te verbinden en vertrouwen te bouwen. Maar dat is een ingewikkelde exercitie. Er lijken verschillende belangen, terwijl we uiteindelijk toch allemaal echt hetzelfde belang hebben.
Hartelijke groet,
Hanke