in het najaar van 2021 werd aan de inwoners van Hilversum gevraagd hoe zij naar de toekomst kijken; dit in het kader van de omgevingsvisie (meer info op Hilversum2040.nl). Hieronder mijn bijdrage.
Het Hilversum van 2040 is wat mij betreft een gemeenschap voor en door bewoners. De gemeente is nog altijd aanwezig, maar vooral voor nutsvoorzieningen, als vangnet en als faciliterende organisatie voor een wijdverbreid netwerk aan kleinschalige zakelijke dienstverlening, burgerinitiatieven en coöperaties.
Kernwoorden; collectief, coöperatief, minder consumptief, en meer een gemeenschap; letterlijk een samenleving.
Op het eerste gezicht is er in 2040 niet veel veranderd in Hilversum; mensen wonen nog steeds in hun eigen huis, gaan naar het werk, sporten, gaan op bezoek gaan bij vrienden en bekenden of kiezen ervoor om thuis te blijven. Mensen zijn ook nog altijd verantwoordelijk voor hun eigen welzijn.
Er zijn nog steeds ondernemers die producten aanbieden, en multinationals, en handelsbedrijven die goederen vanuit de hele wereld importeren. Het volume van de fysieke handel is wel gedaald omdat de prijs van transport fors is gestegen. Zelf verdienen we veel geld met digitale zakelijke dienstverlening aan de hele wereld, en natuurlijk produceren we in Hilversum nog steeds heel veel media-producten.
Wanneer je inzoomt op het bedrijfsleven blijkt er wel iets veranderd te zijn. Vrijwel alle nieuwe producten gaan langer mee, kunnen makkelijker gerepareerd worden en als ze echt kapot zijn kunnen ze gerecycled worden. Deze kringloopeconomie heeft heel veel nieuwe lokale banen opgeleverd, hoewel sommige reparaties middels 3D-printers en het internet eigenlijk niet lokaal uitgevoerd worden. Nog veel meer dan nu maken we gebruik van een supersnel internet.
Iedere wijk heeft in 2040 een levendig winkelgebied aangezien het veel logischer is om spullen per fiets te distribueren in plaats van in busjes, en je dus per wijk distributiepunten nodig hebt. In het centrum zette de kaalslag onder winkelketens na 2021 eerst door aangezien zij de concurrentie met de steeds verder toenemende behoefte aan bezorgdiensten niet aan konden. De grote omslag kwam na het omarmen van de kringloopeconomie. Er kwamen veel gezellige, kleinschalige plekken bij waar je terecht kunt met je kapotte of verouderde spullen en weer weg gaat met gerepareerde spullen of met nieuwe kwaliteitsproducten gemaakt uit gerecyclede grondstoffen. Daaromheen veel horeca; mede omdat we vaker buiten kunnen zitten (klimaatwijziging is niet alleen vervelend).
Helaas heeft de klimaatwijziging ook zijn tol geëist. De gevolgen van decennia lang de lucht, de bodem en de natuur vervuilen zijn niet zomaar weggepoetst, maar wereldwijd is het in 2040 wel degelijk gelukt (o.a.) de CO2-uitstoot fors te verminderen. Door de opwarming die al heeft plaatsgevonden, en het smelten van ijskappen is de warme golfstroom helaas verdwenen en kennen we in 2040 gemiddeld koudere winters en warmere zomers. Vooral de periodes van droogte zijn langer en af en toe komen er waanzinnige hoeveelheden regen uit de lucht, maar dankzij meer groen in de wijken en opvangbekkens voorkomen we nog grotere schade. Het verzamelde water hebben we tijdens de droge periodes hard nodig om het vele groen in de stad levend te houden. Zonder dat extra groen zou het in de zomer sowieso niet meer uit te houden zijn in de stad qua temperatuur.
Al met al is de klimaatwijziging iets dat we hebben moeten accepteren. Overigens bleek het ternauwernood voorkomen van een grote natuurbrand in ’t Gooi voor onze regio de trigger om het roer om te gooien en de samenleving echt radicaal om te vormen naar een kringloopeconomie. Soortgelijke gebeurtenissen bleken overal op de wereld het sein dat het anders moest, en in 2040 weten we dat het ook anders kan.
Dat andere grote gevaar; de stijgende zeespiegel lijkt met een sisser af te lopen. De jaarlijkse stijging van de zeespiegel zal in 2040 wel aanzienlijk toegenomen zijn, maar de experts weten inmiddels dat we met hogere dijken en ander verstandig beleid Nederland wel droog kunnen houden. Geen Hilversum in of aan zee dankzij het wereldwijd fors terugdringen van de CO2-uitstoot.
De tol van de opwarming is helaas in 2040 buiten de stad wel terug te zien omdat een deel van de natuur de langdurige droogtes niet aankan en er tijdens deze periodes onvoldoende water is om het grondwaterpeil hoog genoeg te houden. Gelukkig heeft GNR inmiddels aanpassingen in de vegetatie doorgevoerd waardoor onze natuur nog altijd een groene plek is waar we rust kunnen vinden.
Het particuliere autobezit begint in 2040 fors te dalen aangezien de zelfrijdende elektrische auto’s inmiddels echt veilig blijken zijn. Geen eindeloze rijen met geparkeerd blik meer in de straten maar ruimte voor spelende kinderen en heel veel vergroende parkeerplaatsen (en vergroende andere oppervlaktes). Wanneer je een auto nodig hebt dan kies je het model (klein, groot, met of zonder laadruimte, etc.) en dan rijdt de auto op het door jouw gekozen moment bij je voor vanaf een van de centrale parkeerplaatsen. De auto’s zijn collectief eigendom van de inwoners van de wijk en wanneer je op je bestemming aangekomen bent, rijdt de zelfrijdende auto door naar de volgende aanvrager van vervoer. Al met al blijkt dit zelfs goedkoper en prettiger te zijn dan ieder een eigen auto.
In 2040 zijn we inmiddels volkomen gewend aan het collectieve warmtenet dat onze huizen van warmte voorziet vanuit enkele diepe geothermie-putten (UDG), aangevuld met energie die opgewekt wordt op vrijwel alle daken middels combi-panelen; deels elektriciteits-opwek en deels warmte-opwek. De resterende elektriciteitsbehoefte wordt helaas nog altijd vanaf de Noordzee gehaald en van een aantal windmolens die her en der in het land staan, aangevuld met stroom uit het buitenland. Helaas blijkt veilige kernenergie nog steeds een droom voor de toekomst, maar we weten in 2040 wel 100% zeker dat aan het einde van de eeuw de windmolens vervangen kunnen worden door Thoriumcentrales. In 2040 weten we echter ook dat we dankzij technologische vooruitgang en een veelheid aan nieuwe energie-opslagtechnieken uitstekend in staat zijn voldoende warmte op te slaan voor de winter. We blijken zoveel energie te kunnen halen uit het zonlicht, het water en de aarde dat we onze energieverslaving voort kunnen zetten, ook zonder dat we kernafval produceren.
…..
De digitalisering, de globalisering, de omgevingswet (en nog wat veranderingen) en de kringloopeconomie hebben de verhouding tussen de gemeente/overheid en de inwoners flink gewijzigd. Dit mede omdat de belastingheffing op een heel andere manier georganiseerd moest worden in een kringloopeconomie. Een groot deel van de belasting wordt in 2040 geheven op bezit (waardoor collectief delen van gebruiksgoederen verder gestimuleerd wordt) en natuurlijk op de vernieuwde btw-regeling waarbij vooral het gebruik van nieuwe grondstoffen belast wordt.
Qua gedrag is de consumptieve houding van de mensen fors verminderd. Uiteindelijk drong het tot de meerderheid door dat een circulaire samenleving veel meer vrijheid opleverde. In 2040 levert de landbouw nog altijd de grote hoeveelheid aan voedingsmiddelen, maar voor ons verse voedsel is er een systeem van regionale productie en uitlevering op buurtniveau ontstaan.
Hoewel ondernemerschap in 2040 nog altijd zeer gewaardeerd wordt, wat in 2040 terug te zien is een verder gegroeide zakelijke dienstverlening, zijn veel zaken die we dagelijks nodig hebben in 2040 collectief en vaak coöperatief geregeld. Naar het voorbeeld van de energie-sector waarin de warmtenetten rond 2030 collectief coöperatief eigendom werden met toezicht door de overheid (een energienet is toch infrastructuur, net als straten en de waterleiding daarom is de oude Nederlandse wetmatigheid dat infrastructuur in collectieve handen moet zijn de enige optie).
De vele werkgelegenheid die de kringloopeconomie opleverde heeft in 2040 ook geleid tot een hausse aan nieuwe ondernemers; ondernemers die zorgdragen voor het daadwerkelijk recyclen, en ondernemers die collectief gebruikte gebruiksgoederen exploiteren.
De gemeente heeft zich in 2040 omgevormd tot een organisatie voor en door bewoners. De gemeente is grotendeels per wijk georganiseerd (voor en door wijkbewoners en aangestuurd vanuit een democratisch gekozen wijkraad), maar gelijktijdig zijn de Gooise gemeenten ook gefuseerd tot Gooistad. Dit omdat veel uitdagingen alleen op te lossen bleken via regionale samenwerking en eenduidige besluitvorming.
Iedere wijk wordt in 2040 bestuurd door een door de inwoners gekozen wijkraad die toeziet op de wijk en in contact staat met de lokale aanbieders van collectieve diensten. Waar nodig springt de gemeente of de nationale overheid bij, maar inwoners blijken onderling uitstekend in staat om hun wijk leefbaar en levendig te houden en gelijktijdig in staat om om te zien naar de minder bedeelde mede-inwoner.
Voor de risico’s die voortkomen uit een gemeentelijke organisatie die uit inwoners bestaat zijn oplossingen gevonden, oplossingen die voornamelijk bestaan uit transparantie. Ambtenaren worden in de lokale omgeving geworven waardoor de gemeente veel beter aanvoelt waar behoefte aan is, en opgedane kennis voor de samenleving behouden blijft. Uiteindelijk is het nog steeds de gemeenteraad die de beslissingen neemt, maar zij laat zich geregeld adviseren door wisselende burgerraden.
Rondom de gemeente is een groot netwerk ontstaan waarlangs de mondige, goed geïnformeerde, deskundige burger (indien deze wil) haar deskundigheid en mening in kan brengen en waarin velen in openbare gelegenheden en via het internet met elkaar in discussie gaan. Bewonersbijeenkomsten worden veel normaler. Veel besluiten worden na de discussie via raadgevende referenda aan de burger voorgelegd, die daarbij gewend is de in de openbare discussies ingebrachte argumenten tot zich te nemen. Uiteindelijk is het de wijkraad of de gemeenteraad die het definitieve besluit neemt.
Iedere straat, buurt en wijk kent in 2040 een breed scala aan kleinschalige dienstverlening, burgerinitiatieven en coöperaties. Samen zorgt dit lokale aanbod voor een belangrijk deel in de behoeftes aan zorg, welzijn, energie, reparatiediensten, etc.
Voor sommigen was het lastig te accepteren dat buitenlandse vliegvakanties en ander absurdistisch consumptie-gedrag onbetaalbaar werd, maar de verhouding tussen vervuiling, repareerbaarheid en nut is in 2040 de belangrijke graadmeter voor de prijs van producten. Vrijwel iedereen was vrij snel verzoend met de ervaring dat het prima leven was met een iets lager welvaartsniveau. We gaan allemaal nog steeds op vakantie (wanneer we dat willen), kunnen ons een biertje of een wijntje veroorloven, hebben goed en afwisselend voedsel tot onze beschikking (hoewel niet meer ingevlogen van de andere kant van de wereld).
Al met al zie ik in 2040 een Hilversum voor me waarin het goed leven is.
Aernoud Olde, 25 november 2021
p.s. … en er zijn nog tal van uitdagingen, vooral wereldwijd, die ik in dit stuk niet van toekomstperspectief voorzien heb. Het is al lang genoeg. Bovenstaande springt het stuk enigszins van de hak op de tak en is dus ook niet af en zal ook na discussies en aanpassingen wegens voortschrijdend inzicht nooit helemaal af zijn. Bovenstaande is op dit moment wel mijn visie op hoe we de boel moeten organiseren om te voorkomen dat we steeds verder afglijden naar een maatschappij met toenemende tegenstellingen en steeds meer toezicht en gedragsregels.
Pingback: Inspreekmoment bij Omgevingsvisie – 15 juni 2022 | Aernoud Olde